Hoe zeg je in het Hongaars? Blij; Verdrietig; Boos; Bang; Vreugde; Verrast; Kalmte; Levend; Dood; Alleen; Samen; Verveeld; Makkelijk; Moeilijk; Slecht; Goed; Het spijt me; Maak je geen zorgen;

Gevoelens en emoties :: Hongaarse woordenlijst

Op jezelf Hongaars leren