Hoe zeg je in het Zweeds? Dieren; Konijn; Kip; Haan; Paard; Kip; Varken; Koe; Schaap; Geit; Lama; Ezel; Kameel; Kat; Hond; Muis; Kikker; Rat; Schuur; Boerderij;

Boerderijdieren :: Zweedse woordenlijst

Op jezelf Zweeds leren