Hoe zeg je in het Deens? Zout; Peper; Karwij; Knoflook; Basilicum; Koriander; Venkel; Marjolein; Oregano; Peterselie; Rozemarijn; Salie; Tijm; Nootmuskaat; Paprika; Cayenne; Gember;

Kruiden en specerijen :: Deense woordenlijst

Op jezelf Deens leren