Leer Grieks :: Les 56 Boodschappen doen Griekse woordenlijst Hoe zeg je in het Grieks? Open; Gesloten; Gesloten tussen de middag; Hoe laat gaat de winkel dicht?; Ik ga winkelen; Waar is het winkelgedeelte?; Ik wil naar het winkelcentrum; Kun jij me helpen?; Ik kijk even; Ik hou er van; Ik hou er niet van; Ik ga het kopen; Heb jij?;
Open Ανοιχτό (Anikhtó)
Gesloten Κλειστό (Klistó)
Gesloten tussen de middag Κλειστό για μεσημεριανό (Klistó yia mesimerianó)
Hoe laat gaat de winkel dicht? Τι ώρα κλείνει το κατάστημα; (Ti óra klíni to katástima)
Ik ga winkelen Πάω για ψώνια (Páo yia psónia)
Waar is het winkelgedeelte? Πού είναι η κύρια εμπορική περιοχή; (Poú ínai i kíria emporikí periokhí)
Ik wil naar het winkelcentrum Θέλω να πάω στο εμπορικό κέντρο (Thélo na páo sto emporikó kéntro)
Kun jij me helpen? Μπορείς να με βοηθήσεις; (Borís na me vithísis)
Ik kijk even Απλά κοιτάω (Aplá kitáo)
Ik hou er van Μου αρέσει (Mou arési)
Ik hou er niet van Δεν μου αρέσει (Den mou arési)
Ik ga het kopen Θα το αγοράσω (Tha to agoráso)
Heb jij? Μήπως έχετε; (Mípos ékhete)
Ziet u een fout op onze website? Laat het ons even weten