Leer Grieks :: Les 75 Hoe is het eten? Boter, kaas en eieren Hoe zeg je in het Grieks? Kan ik met de manager spreken?; Dat was heerlijk; Zijn ze zoet?; Het eten is koud; Is het heet gekruid?; Het is koud; Het is verbrand; Dit is vuil; Zuur; Ik wil geen peper; Ik hou niet van de bonen; Ik hou van selderij; Ik hou niet van knoflook;
Kan ik met de manager spreken? Μπορώ να μιλήσω με τον διευθυντή; (Boró na milíso me ton diefthintí)
Dat was heerlijk Ήταν πολύ νόστιμο (Ítan polí nóstimo)
Zijn ze zoet? Είναι γλυκά; (Ínai gliká)
Het eten is koud Το φαγητό είναι κρύο (To phayitó ínai krío)
Is het heet gekruid? Είναι πικάντικο; (Ínai pikántiko)
Het is koud Είναι κρύο (Ínai krío)
Het is verbrand Είναι καμένο (Ínai kaméno)
Dit is vuil Αυτό είναι βρώμικο (Aftó ínai vrómiko)
Zuur Ξινό (Xinó)
Ik wil geen peper Δεν θέλω πιπέρι (Den thélo pipéri)
Ik hou niet van de bonen Δεν μου αρέσουν τα φασόλια (Den mou arésoun ta phasólia)
Ik hou van selderij Μου αρέσει το σέλινο (Mou arési to sélino)
Ik hou niet van knoflook Δεν μου αρέσει το σκόρδο (Den mou arési to skórdo)
Ziet u een fout op onze website? Laat het ons even weten