Hoe zeg je in het Zweeds? Lepel; Mes; Vork; Glas; Bord; Schotel; Kop; Kom; Servet; Placemat; Kruik; Tafelkleed; Zoutbus; Peperbus; Suiker kom; De tafel dekken;

Tafel dekken :: Zweedse woordenlijst

Op jezelf Zweeds leren