Hoe zeg je in het Zweeds? Mijn; Jouw; Zijn; Haar; Onze; Hun; Dit; Dat; Deze; Die;

Bezittelijke voornaamwoorden :: Zweedse woordenlijst

Op jezelf Zweeds leren

Nog meer Zweedse lessen
Leer Zweeds Les 118 Vragen
Leer Zweeds Les 119 Onbepaalde voornaamwoorden en verbindingswoorden
Leer Zweeds Les 120 Voorzetsels
Leer Zweeds Les 121 Algemene voorzetsels
Leer Zweeds Les 122 Conjuncties
Leer Zweeds Les 123 De dingen die ik wel en niet wil
Leer Zweeds Les 124 De dingen die ik wel en niet leuk vind
Leer Zweeds Les 125 De dingen die ik wel en niet nodig heb
Leer Zweeds Les 1 Iemand ontmoeten
Leer Zweeds Les 2 Alstublieft en bedankt
Leer Zweeds Les 3 Feestjes en partijtjes
Leer Zweeds Les 4 Vrede op aarde
Leer Zweeds Les 5 Gevoelens en emoties
Leer Zweeds Les 6 Dagen van de week
Leer Zweeds Les 7 Maanden van het jaar
Leer Zweeds Les 8 Nummers 1 tot met 10
Leer Zweeds Les 9 Nummers 11 tot en met 20
Leer Zweeds Les 10 Nummers 21 tot en met 30
Leer Zweeds Les 11 Nummers 10 tot en met 100
Leer Zweeds Les 12 Nummers 100 tot en met 1000
Nog meer Zweedse lessen