Hoe zeg je in het Zweeds? Koelkast; Fornuis; Oven; Magnetron; Vaatwasmachine; Broodrooster; Blender; Koffiezetapparaat; Blikopener; Pot; Pan; Koekenpan; Ketel; Maatbekers; Mixer; Snijplank; Prullenbak;

Keukenapparatuur en keukengerei :: Zweedse woordenlijst

Op jezelf Zweeds leren